Op de Grotestraat in Valkenburg ligt verborgen tussen de terrassen, het oude raadhuis waarin het museum Land van Valkenburg huist. Tientallen keren ben ik er voorbij gelopen zonder naar binnen te gaan. Geen tijd, dorst, andere plannen. Maar vandaag hangt er een affiche dat me anders doet besluiten. Women exposed staat erop. Het is een uitnodiging voor een fototentoonstelling die je volgens fotograaf Jos Reinders, het best kunt vertalen als ‘Vrouwen die zijn blootgesteld. Voor de camera of door de camera.’
Meer dan dertig portretten in zwart-wit kijken me aan vanaf de muren van de Bovenkamer. Portretten van vrouwen waarover de fotograaf zegt: ‘Je moet het maar durven. Je gezicht groter dan levensgroot laten vastleggen door iemand, die je vraagt ‘zo gewoon mogelijk’ te kijken. Vaak schrikken de vrouwen als ze geconfronteerd worden met het resultaat van de fotoshoot.’
Dat schrikken is iets wat ik tegelijkertijd wel en niet begrijp. Niet: omdat deze vrouwen op een natuurlijke manier mooi zijn. En wel: omdat ze bijna allemaal, onbedoeld een verdrietige blik in de ogen hebben. En net dat onbedoelde maakt dat ik me nu vertwijfeld afvraag: is ons gewone zelf zo droef?
Beneden bij de uitgang zoekt een oudere heer naar zijn jas. Dat valt nog niet mee. Hij heeft één hand nodig om zijn stok vast te houden. Even denk ik dat hij doelt op de overvolle kapstok als hij zegt: ‘Weet je wat het is? Hoe langer je kijkt, hoe moeilijker het wordt.’ Maar dan wijst zijn vrije hand bibberend naar het affiche met die treffende titel: Women exposed.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 26 februari 2016.