‘Boulevard de la Constitution, onthoud jij dat? Dan kunnen we dat straks intypen als we niet meer weten waar de auto staat.’ Nu zou ik hier iets kunnen schrijven over schade, schande en wijs worden. Maar laat ik volstaan te melden dat ik van plan ben die straatnaam te onthouden vandaag. Boulevard de la Constitution in Outremeuse, ‘overkant van de Maas’.
Als we over de brug de stad in lopen, valt het oog meteen op de markt. Een bonte slinger van groente-, fruit- en bloemenkramen. Veel kleding ook, voor dubieus lage prijzen. Verder: witte muizen, schrale kippen en konijnen. Kinderen steken hun vingers door het gaas rond de kooien. Alles wat zielig in een zacht velletje zit, vraagt erom geaaid te worden.
De ober op het terras aan de Place du Marché legt papieren placemats neer. Daarop komen straks borden met Luikse ballen. Maar vooralsnog moeten we het doen met het hoofd van Mark Zuckerberg, vergezeld van de tekst: ‘Vos données? Je joue avec elles.’ Mijn Frans reikt niet veel verder dan een goddelijke vloek, maar dit opschrift kan ik nog wel vertalen: ‘Uw gegevens? Daar speel ik mee.’ Ook is me duidelijk dat Test Achats, zeg-maar de Belgische consumentenbond, daar iets van vindt.
Dat Zuckerberg ‘données’ erg letterlijk neemt bijvoorbeeld. Alsof persoonlijke gegevens cadeautjes zijn, waarmee je doen kan wat je wil. En dat de Facebookbaas met zijn excuses en beloftes na het Cambridge Analytica-schandaal, wel erg makkelijk is weg gekomen. Gegevens laten zich niet verhandelen als zielige weeskippen. Gegevens zíjn van iemand. En elke iemand heeft het recht te weten wat een ander daarmee doet. Daar hebben we Europese wetten voor. Test Achats roept Belgische Facebookers op alsnog een claim in te dienen. Collectief. Zodat Facebook het gaat voelen. Ook financieel. Goeie actie. Waarom zie ik daar bij ons niets van?
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger op 1 september 2018.