‘En, heb je nog wat leuks gedaan?’ Ik ben aan de wandel met een vriendin, die al jaren met hart en ziel op de polikliniek van het ziekenhuis werkt. ‘Ja, ik was in Venlo op een bijeenkomst. Die ging over de grote veranderingen van deze tijd. Een lezing door professor Rotmans, een autoriteit in wat ze de transitiekunde noemen. Hij zegt dat we onder ogen moeten zien, dat de oude orde zijn tijd heeft gehad en dat we vooruit moeten. Vooruit naar vroeger, terug naar de menselijke maat.’ Mijn vriendin kijkt me aan. ‘Dan heb ik nog een mooi voorbeeld voor professor Rotmans’ zegt ze.
Een patiënt meldt zich aan de balie van de poli. Hij peutert een grijs kartonnen kaartje uit zijn portefeuille. De assistente ziet het meteen en roept verrast: ‘Maar dat is ons afsprakenkaartje, zoals we dat meer dan tien jaar geleden hadden!’ Ze vraagt of ze het kaartje even van hem mag lenen en loopt er mee naar haar collega’s. De collega’s glimlachen alsof ze een pasgeboren kindje zien. ‘Ach, moet je zien’ zeggen ze, ‘er passen vijftien afspraken op.’ Het kaartje is de snelweg naar vroeger. Niet dat ze terug willen naar de kaartjes van weleer, de computer is onmisbaar. Maar toch.
De assistente loopt terug naar de balie en legt de patiënt uit hoe het ziekenhuis tegenwoordig werkt: ‘We gebruiken die kaartjes niet meer, meneer. Wij voeren uw afspraak in de computer in. U ontvangt dan automatisch een uitnodiging.’ ‘Dat is niet erg’ zegt de man, ‘dan schrijf ik het er thuis wel zelf op.’
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 4 juli 2014.