Toen ik André Rieu leerde kennen, was hij geen merk maar nog een mens. Ik trof hem op een zondagmiddag, ergens midden in de jaren tachtig. De nog tot grootheid uit te groeien violist trad op in een zaaltje in Herberg de Turfhoeve in Sevenum. Het dorp waar ik leerde luisteren en kijken.
Zijn muziekgezelschap telde vijf koppen. Het Maastrichts Salon Orkest. Dat klonk exotisch licht in de Peel, waar mannenkoor en harmonie het muzikale landschap nog domineerden. De nieuwsgierige Noord-Limburgers lieten zich graag amuseren door het gezelschap uit het zuiden. Je kon zien dat het publiek genoot, vooral van de serenade van Toselli. U weet wel, die met die nachtegalen.
Het was rond diezelfde tijd dat ik een roman las van Milan Kundera: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Misschien, ik zeg misschien, was het daarom dat het mij niet lukte met de meute mee te zwijmelen. Misschien lag het aan dat boek, dat ik alleen maar dacht: ‘Die titel, die past perfect bij het hoofd van Rieu.’
Na afloop van het concert verkocht het orkest lp’s. De maestro versierde de hoezen met zijn handtekening. Een onleesbare krabbel met grote letters, waarvan grafologen zeggen: deze persoon geniet van aandacht. Toen al hadden we kunnen weten dat turfhoevezaaltjes gauw te klein zouden worden. Dat zelfs grote pleinen de dromen van deze man met moeite zouden kunnen dragen.
Het merk Rieu werd groter dan de stad Maastricht. Die sjoen stad waarvan uzzen André, zoals zijn werkmannen op het Vrijthof zeggen, deze weken de eigenaar is. Ondraaglijk of niet: lichtheid verkoopt goed in zware tijden.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 11 juli 2014.
Mooie bespiegeling, Ank. Mijn sympathie voor André heeft bij zijn vorige optreden op de Vrijthof een flinke knauw gekregen toen hij het Koninklijk Huis drie kwartier lang muziekaal in de kont kroop.
sterk stuk!
Haha Thij Vervoort, dat is een mooie!
Tis moeilijk bescheiden te blijven.
“Heel mooi gezegd Ank. “… Dat zelfs grote pleinen de dromen van deze man met moeite zouden kunnen dragen.”
Toen je deze lofzang voor hem schreef wist je waarschijnlijk niet dat hij binnenkort verdwijnt in zijn droom: hij gaat optreden in DUCKSTAD!”
Herkenbaar………