In mijn vorige stukje vroeg ik u mee te denken over een positieve verzamelnaam voor het vrouwelijk wezen dat op de schaal van seksueel enthousiasme tussen slet en non zit. Vandaag deel ik graag de oogst.
‘Laten we er trots op zijn dat we Vrouw zijn’ zegt Cécile, ‘dan hebben we geen bijnaam nodig.’ Een typisch vrouwelijke benadering: helder en lekker praktisch.
Franscesco Agricola suggereert Maedje, de Limburgse variant van meisje. Maar Franscesco, Maedje wekt dat niet de schijn van nog niet helemaal volwassen? Van de kniekousen nog maar net opgeruimd? Als een man een vrouw Maedje noemt, klinkt dat toch al gauw als: ‘Zullen we gaan fietsen in het Heuvelland?’ Dat sluit dan ook nog vrouwen die niet graag fietsen uit.
Na een uitgebreide verhandeling over het schottel-slet, de tot vaatdoekje gepromoveerde natte zure lap op het aanrecht van zijn moeder, komt Theodoor met het voorstel om de categorie tussen slet en non Heks te noemen. Theodoors veronderstelling dat alle vrouwen kunnen toveren is helemaal waar, maar heksen maken ook bang. En dat is niet met alle vrouwen het geval. Sommigen zijn zelf bang.
De titel Stuk heeft de voorkeur van Antoon en dit bedoelt hij zeker positief. Zijn toelichting bewijst dat mannen net als vrouwen, beschikken over kwaliteiten als helderheid en praktisch inzicht: ‘Toen ik 50 jaar geleden Kerstmis op de kazerne moest vieren, circuleerde er een gedrukte uitnodiging voor deelneming aan de Kerstviering. Daarop stond te lezen: Voor deze viering worden uitgenodigd de officieren met hun dames, de onderofficieren met hun vrouwen en de soldaten met hun stukken.’
Hier heb ik niets aan toe te voegen.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 22 november 2013
“Hoi Ank,
Je houdt ons mannen goed bezig en van de straat, met jullie ‘vrouw zijn’.
Ik heb na enig research geprobeerd de range tussen, aan de ene kant ‘slet’ en de andere kant ‘non’, zo geleidelijk mogelijk in te vullen met benamingen van vrouwelijke wezens. Dat was zo gemakkelijk nog niet, want hoe moet ik jouw ‘seksueel enthousiasme’ verstaan? Moet ik dat interpreteren vanuit mijn ‘man zijn’ of moet ik mijn oor te luisteren leggen bij de heimelijke of openlijke wensdromen van de vrouw. Als ik bijvoorbeeld de kuise en maagdelijke non uiterst rechts op de schaal plaats, wil dat nog niet zeggen dat ze daar zonder enige twijfel op de juiste plek staat. Ik wil hier de nonnenpotterij niet in een verkeerd daglicht plaatsen, maar hoeveel wensdromen in deze hoek zijn in het verleden niet overeengekomen met die van de frivole vrouwtjes aan de andere kant van de schaal? Laat je niet misleiden door een zedig imago of uitstraling.
Ook zijn de benamingen die ik opvoer niet consistent: de ene is een beroepsaanduiding, terwijl de andere een relatie weergeeft tot een andere persoon. Pin me er dus niet voor aan het kruis; het kan eeuwen of millennia duren voor ik er weer afgehaald word.
Slet – gleuf – hoer – snol – temeier – wijf – mokkel – stuk – meiske – madam – mens – juffrouw – mevrouw – wederhelft – gemalin – eega – dame – gade – maagd – kwezel – non.
De oogst was nog groter, maar als eerste invulling van jouw schaal van seksuele begerigheid vond ik dit voldoende. Nooit beseft dat jullie zo rijk benaamd zijn. Zouden wij mannen die rijkdom nou ook hebben?? :-)”
Beste Theodoor, ik vind hem aardig geslaagd. Als ik met een denkbeeldig schuifje over de namen glijd, zit er een duidelijke ontwikkeling in de plaatjes. Nu ga ik eens heel hard nadenken over jouw vraag.
“Een oplettend lezersechtpaar wijst mij erop dat de zin: ‘Voor deze viering worden uitgenodigd de officieren met hun dames, de onderofficieren met hun vrouwen en de soldaten met hun stukken.’ waarschijnlijk afkomstig is uit een conference van Fons Jansen.
Het is natuurlijk ook een veel te mooie zin om zomaar op een legeraffiche te staan. Hulde aan de bedenker.”