Veel verstand van techniek heb ik niet. Nooit gehad ook. Heel lang heb ik gedacht dat Swiebertje en Fred Emmer kleine mensjes waren, die samen met Laura Ingalls en haar hele huis-op-de-prairie-family, bij ons thuis in de televisiekast woonden. Ik ging pas twijfelen aan deze toch niet onlogische kijk op de werkelijkheid, toen het klasgenootje aan wie ik dit vertelde, dood neerviel van het lachen. Nou ja, bijna dood dan.
Intussen ben ik toch aardig meegegroeid met de tijd, want sinds kort zit ik ook op skype. Geen idee hoe die verbinding precies tot stand komt, maar blijkbaar lukt het me om per ongeluk op de goede knoppen te klikken. Opeens is ze er, de dochter in Engeland. Recht voor mijn neus zie ik haar hoofd op het scherm. Levensgroot. Levensecht. En even voelt het, alsof ze hier bij mij in de werkkamer is. Alsof ze werkelijk achter de glazen plaat van het computerscherm zit. En ik haar zo kan aanraken.
‘Zal ik je mijn kamer laten zien?’ vraagt ze en zonder het antwoord af te wachten -of zit ik al blij te knikken misschien?- pakt ze haar laptop in de handen en richt hem op het raam.
‘Zie je, dit is het nisje waar ik in ga zitten als ik naar buiten wil kijken. Het stikt hier van de eekhoorns, had ik dat al verteld? En kijk, hier mijn bed met het prikbord. Daar heb ik al een foto van gestuurd toch? Kleerkast, wastafel. Zo nu heb je alles gezien. Groot hè?’ Er volgt een shot met haar gezicht terug in beeld. De laptop staat weer op haar bureau.
Als het klopt dat ons gezicht het dashboard van onze ziel is, dan zit er op dat moment een heel gelukkige ziel achter dat bureau. En niet alleen daar. Ook hier, een kleine zeshonderd kilometer van haar vandaan, bevindt zich er een. Van iemand die het niet kan laten, even aan het scherm te voelen. Even. Alleen maar voor de zekerheid.
Deze column is gepubliceerd in de Limburgse kranten op 7 oktober 2016.
Mooi, Ank
Prachtig ❤️
Moeders….Mooi Ank
Ja, wat een geluk, met skype en whatsapp lijkt het buitenland lang zo ver niet meer…