‘Ga maar vast in het hok zitten’ zegt de man bij de kassa, ‘er komt zo iemand bij u.’ Ik knik gedwee terwijl ik denk: die weet niet wat ik weet. Mij een hok insturen, betekent dat ik onmiddellijk nog maar één ding wil: er zo snel mogelijk weer uit. Maar goed, ik heb geen keus. Vraag me niet waarom -mijn roze kaartje is nog prima en ik heb in de tussentijd geen benen verloren noch een beroerte gehad- maar Mijn.overheid.nl vindt dat het tijd wordt voor een nieuw rijbewijs. En daar hoort een pasfoto bij die voldoet aan de eisen van de ‘fotomatrix model 2007.’
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger op 31 augustus 2019.
De vrouw die inmiddels achter de camera is gekropen, weet waar die voor staan, de eisen conform model 2007. Die hebben niets te maken met ‘wat is uw mooiste kant’ of ‘een beetje vriendelijker graag.’ Wel met: ‘Haren achter de oren, de blik naar voren en mond dicht.’ Groot voordeel van dit fuck-het-Kylie-Jenner-format is dat het plaatje in een flits is geschoten. Ik mag betalen bij de kassa.
Terwijl ik mijn pincode intyp, zie ik vanuit de ooghoeken een stevig velletje papier op de toonbank landen. Vanaf dat velletje word ik aangestaard door een lijkwit hoofd, dat me vaag bekend voorkomt. Het zou kunnen toebehoren aan een, om geheimzinnige redenen voor mij verborgen gebleven, norse achternicht. Met een hysterische blik kijkt ze in de camera. Ze roept de vraag op wat haar het meest bedrukt: de jetlag vanwege de vlucht uit het verre Australië of wellicht de gruwel van een volle blaas.
Afijn. Sinds ik op cursus ben geweest, mag ik geen energie meer steken in zaken waarop ik geen invloed heb. Want, zo heb ik geleerd, dat brengt je niets. Dat nieuwe rijbewijs, ga ik dus braaf aanvragen. Maar die acht foto’s, daar mogen er zeven van terug.
Heel mooi beschreven,Ank.
Dank Henri!
dit brengt een glimlach op mijn gezicht; grappig en herkenbaar
Dat lees ik graag Lucie 🙂
ha, ha, heel herkenbaar