Na de stop in Eindhoven is de trein nog maar amper op snelheid als hij plotseling weer stilstaat. ‘Vanwege een aanrijding met een persoon’, verklaart de stem uit de intercom. Iemand roept: ‘Wat een mongool.’ Verderop in de coupé zucht een jongen in zijn telefoon: ‘Heb ík weer.’ Meteen als de deuren opengaan rent iedereen, ondergetekende voorop, naar spoor vier vanwaar de eerstvolgende trein zal vertrekken. Problemen verbinden mensen. Hm.
De verdere reis verloopt soepel. Tot Roermond, dan kraakt en ritselt het weer in de intercom. Hoewel de mededeling onverstaanbaar is, heeft iedereen het begrepen: we moeten er weer uit. Weer een aanrijding met een persoon, nu in Maasbracht. Verder treinverkeer naar het zuiden ligt plat. Voor het station: honderden gestrande reizigers en nul vervangende bussen. De NS is nog aan het nadenken.
Binnen een half uur zit ik samen met drie mij onbekende medereizigers in een taxi op weg naar Sittard. We hadden met zijn vieren nog geen twee seconden nodig om het eens te worden over prijs en strategie. De spreker krijgt gelijk: problemen verbinden mensen. Vooral als de oplossing naar een bord warm gehouden spaghetti ruikt.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 6 december 2013.
Spaghetti verbindt mensen ook.
Hoe langer de spaghetti hoe groter de groep!
Ik krijg honger!
Wat heerlijk dat mannen-lief tegenwoordig óók kunnen koken, al is het maar een eenvoudige spaghetti.
Zou de spaghetti weten/ dat een groot deel van haar brij/ bestaat uit slierten/ met een saus erbij.