De teamleidster van het Horster Dendron-college prijst de stralende kinderen op het podium in de aula. Ze hebben dit weekend voor de derde keer achter elkaar Bennie opgevoerd. Een musical waar ze anderhalf jaar lang, onder leiding van een drietal bovenbouwers van 16(!) naartoe hebben gewerkt. De mevrouw van het Dendron kan het niet genoeg benadrukken: ‘Wat een prestatie. Jullie hebben, op een heel klein beetje begeleiding na, álles zelf gedaan. Wat een ondernemerschap! En wat een muzikaliteit en doorzettingsvermogen.’ Tijd voor applaus, bloemen en complimenten.
Terwijl ik sta te wachten op mijn neefjes, om hen ‘tantelijk’ te fêteren met hun succes, spreekt een geroerde oma mij aan: ‘Er spelen drie kleinkinderen van mij mee.’ Verwoed veegt ze het zweet achter haar bril vandaan. ‘Ik weet wel waar ze het van hebben,’ zegt ze, ‘mijn ouders, hun overgrootouders dus, leefden destijds ook al voor muziek. Reken maar dat die twee vanmiddag hierboven op een wolkje hebben zitten meegenieten.’
Mooi, als je zo kunt denken. Hoe fijn moet het zijn om iemand die je mist, even hupsakee in de lucht te zetten en vervolgens diens doorzichtige aanwezigheid te registreren als de normaalste zaak van de wereld. Mij lukt zoiets niet. Niet hier, niet nu en al helemaal niet als de gewenste wolken al bezet zijn door andere wezens van gene zijde. Maar ach.
Daar komen ze! Nog helemaal in de roes van het spektakel. Nat van het zweet en hun gezichten nog onder de schmink. Groter dan ik zijn ze inmiddels. Wat je noemt geen kleine neefjes meer. Nee. Een tube grijze haarverf, een sikje met wat plak en voilà, daar schemeren ze al door de jongens heen: de mannen die ze nu snel gaan worden. Wat zeg ik? Die ze al zìjn geworden. Terwijl tante ondertussen, nietsvermoedend naar iets anders keek.
Deze column werd gepubliceerd in Dagblad de Limburger op 16 juni 2018.
Hallo Ank.
Wat schetst mijn verbazing als ik van kleindochter Imke een stukje uit de krant opgestuurd krijg. Een column van jouw hand over Bennie de musical..Ik moet zeggen. ik voel me vereerd, want het is gewoon een stukje realiteit, wat ik op zo’n moment voel. En je mag gerust weten, het was geen zweet wat achter mijn bril zat maar dikke tranen. Elke vezel in mijn lijf was geroerd, om wat die kinders, dus ook jou neefjes daar hebben neergezet. Bedankt voor je mooie column.
Lieve groetjes Mia Driessen Janssen.
Graag gedaan MIa, dank je wel voor je reactie!