Je hangt de joviale tante uit. Het neefje uit Noord-Limburg komt tenslotte niet elke week logeren. Je bedelft hem onder bergen aandacht, vraagt of manlief een echte Zuid-Limburgse vlaai met hem bakt en sleurt hem mee naar het bekendste plein van Maastricht. Vervolgens zet je hem klem tussen de veiligheidsgordels voor een tochtje door het Heuvelland. Daarna sluit je de dag af met iets lekkers op een terras. Je hebt maar één doel: hij zal er nog lang over nadromen.
Die vlaai is geen probleem. Alsof hij nooit iets anders heeft gedaan, bakt hij er meteen een mooie van. Het bezoek aan het Vrijthof daarentegen kunnen we op onze buik schrijven. De hekken er omheen houden een op drift geraakt nijlpaard nog tegen. Stom, even vergeten. Deze dagen is Maastricht weer helemaal into Rieu. Gelukkig ben ik inmiddels zo wijs, daar niets meer van te vinden.
Door naar het ritje. Kleine neef kijkt zijn ogen uit. ‘Wow, echte heuvels! Het is hier veel mooier dan bij ons.’ Als liefhebber van de zwarte peelmoerassen geef ik dat niet graag toe, maar deze keer knik ik natuurlijk ja. Aangekomen bij het Epense ‘terras met panoramisch uitzicht’ rent hij enthousiast met de armen gespreid, zijwaarts van links naar rechts over de parkeerplaats. ‘Het is net of iemand hier een héél groot doek heeft opgehangen en dàt’ -hij wijst naar het landschap achter hem- ‘daar heeft opgeschilderd.’ Dat is een mooie voor mijn notitieboekje; iets wat hem niet ontgaat ‘Nu weet ik waarom iedereen denkt dat jij zoveel meemaakt. Jij schrijft gewoon alles op.’
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 3 juli 2015.
Die passage over Rieu is gelogen.
Erg leuk Ank!
En weer een goeie Ank..
Prachtig !