‘Neem een schilmesje en een foto mee. Iets wat je aanspreekt, zodat je weet wat je wil maken.’ De instructiemail van de gastvrouw is duidelijk. Die avond zit ik, mét mesje maar zonder foto want geen tijd, met acht vrouwen aan een vierkante tafel. Voor ons ligt het werkmateriaal: een groot blok zwarte was, dat verwarmd wordt door een kuikenlamp.
De kunstenares doet het voor. Ze prikt een satéstok in een stuk piepschuim en snijdt een flinke hap uit de boetseerwas. ‘Kijk,’ zegt ze en voordat ik met mijn ogen heb geknipperd, heeft ze het glimmende goedje al gracieus om de prikker gedrapeerd. Ter verdere bemoediging en inspiratie laat ze voorbeelden zien van eigen werk. Haar atelier staat er bol van.
Alleen kijken is geen optie, dus ik gooi me maar in de strijd. De was voelt zacht en warm in de handen. Maar wat te maken? Links en rechts komt al vanalles tot leven. Een uil, een hond, een zangeres. Hoe doen die vrouwen dat? Ze knijpen hier en daar, duwen er nog eens in en hop daar staat het al.
De kunstenares heeft natuurlijk gelijk. Een mooi resultaat begint met weten wat je wil. Maar als ik me bedenk wat ik wil, gewoon: een land waarin we fijn kunnen samenleven, slaat de wanhoop toe. Ik begin maar eens met een ei, of nee, ik draai een bal. Ik kneed, druk, plak, rol en duw tot het uiteindelijk is wat het is. Een akelig goed gelukt symbool van wel willen maar niet kunnen. Mijn asbak zonder gleuf.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 13 november 2015.
Hallo Ank, iedere week is je verhaal weer een prettige verrassing.
Mijn vrijdagochtend feestje
alweer een heerlijke glimlach, bedankt Ank !
My pleasure!
Ook voor mij een glimlach tijdens een pauze momentje……Dankjewel Ank!