Ik moet mijn draai weer vinden thuis. Ben net terug van weggeweest. Jawel, ik heb de lege ijskast heus gezien en ook de knipperende huistelefoon is mij niet ontgaan. Iemand wil graag worden teruggebeld. Maar de geur van de kerrieplant prikt nog in mijn neus. Mijn benen jeuken nog van de Spaanse muggenbulten. En als ik mijn ogen dichtknijp, is het eerste wat ik zie de Puig Campana. De berg waar volgens de legende, een in de liefde gefrustreerde reus een stuk uit wegsloeg, dat vervolgens bij Benidorm in zee belandde.
Het is niet alleen het beeld van de weggeslagen rots, dat me nog in Spanje houdt. Het is ook die middag met vrienden in een restaurant in Sella. Een volgestouwde huiskamer, de muren behangen met theedoeken uit de hele wereld. Gastvrouw, kok en eigenaar is een dametje van, zo fluistert men, eenentachtig jaar. Geduldig schuifelend trotseert ze de middaghitte in een zwart velours vest, lange rok en pantykousen. Een wandelende glimlach op sandalen. Haar MENU DEL DIA laat zich in blokletters lezen op de achterkant van een kalenderblaadje uit 2014. Het steekt in het hoesje naast de vaas met plastic bloemen. Ach, proef hier de clara con limón in het door gele golfplaten gefilterd licht.Ik zou de nachten bijna vergeten. Met de berg nog in de benen, uitrusten onder een sterrenhemel die die naam verdient. Net zolang staren tot iemand zegt: ik geloof dat ik een krekel hoor.
Deze column is gepubliceerd in het Dagblad de Limburger op 15 juni 2019.
Er zijn wijzen op de wereld die beweren dat het goed is te focussen op de kracht van het NU. Dat je in wezen elke situatie, elk moment, kortom elke NU zou moeten begroeten als ware het je beste vriend. Jaja. Maar wat als mijn nieuwe NU, telefoon en ijskast inbegrepen, zich gedraagt als een opdringerige gast? Met zijn voet al tussen de deur, terwijl ik er zelf nog niet helemaal ben?
Ah wat mooi…
Dank je wel Lucie 🙂
Tot binnenkort!
Gaat zeker gebeuren!