We hebben wat te vieren en dat doen we bij de Brandweer in Maastricht. De ingewijden weten het al: de kazerne heeft al lang niets meer te maken met brandjes blussen. Op de plek waar vroeger brandweerwagens stonden, floreert nu een voor Maastrichtse begrippen hip café. Het formica meubilair uit de jaren vijftig lijkt zo weggedragen uit een RD4-magazijn. De barristo draagt een baardje en een koddig knotje, dat hier man bun heet. In korte broek serveert hij een parelgort-risotto met rode zuring en geitenkaas.
‘Is hij nu een echte hipster?’ vraag ik aan mijn dochter, die er verstand van heeft. Ze moet er even van zuchten. Dan neemt ze een flinke slok van haar rabarberlimonade en gaat er eens goed voor zitten. ‘Een hipster is iemand die veel moeite doet om eruit te zien alsof het hem geen moeite kost eruit te zien, zoals hij eruit ziet. Als het goed is, zie je niet dat hij veel geld uitgeeft aan het ‘performen’ dat het hem allemaal geen geld heeft gekost. Maar noem hem geen hipster want hij wil ongrijpbaar blijven en niet in een hokje passen. Als jij hem nu onder die naam schaart, dan zit hij er toch in, snap je?’
Ik geloof van wel. In elk geval begrijp ik er zoveel van, dat ik het woord hipster de rest van de avond wijselijk inslik. Bovendien komt die hele hipster-alsof-filosofie aardig overeen met de mijne. Vanbinnen glimmen omdat we samen op stap zijn, maar er vooral bij kijken alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad op 19 juni 2015.
Johan van de Beek maakt het verhaal compleet met deze soundtrack
Prachtig, deze jazzy sound en melancholische tekst. Helemaal hip!
hippie, hoppie, hiphopper of hipster….waar het allemaal uiteindelijk om draait is dat je je happy voelt!
Haha heerlijk! En zo herkenbaar!
Ik las hem vanmorgen al in de krant. Super en herkenbaar Ank.