‘U bent mooi lang. Zou u voor mij even een pot pindakaas willen pakken?’ Vanuit haar scootmobiel wijst de grijze dame naar het schap boven haar hoofd. ‘Natuurlijk. Is er nog iets waar u moeilijk bij kunt? Dan pak ik het even.’ Zo ben ik wel. Als het mij uitkomt.
Op mijn vraag of ze alleen woont, knikt ze. ‘Maar het gaat nog best hoor.’ Ze beklopt het stuur van haar voertuig, zoals anderen de kop van hun hond bekloppen: braaf beest. ‘Ik zou nog wel naar de winkel toe kunnen lopen, maar dan kan ik niet meer terug.’ De pindakaas verdwijnt in het mandje. Ze zucht. Dat is alvast gelukt. ‘Weet je, ik ga nog elk jaar naar Afrika. Als je even hebt, dan laat ik je een paar foto’s zien.’ Zonder een antwoord af te wachten, vist ze haar mobiel uit de tas. ‘Ik heet Mieke,’ zegt ze, en dan: ‘kijk, deze zijn van nog geen maand geleden.’
In rap tempo passeert een tiental foto’s de revue. Mieke op een paard, Mieke op de motor, Mieke bij de hoge hangbrug. Ze straalt. Haar groene ogen geven licht. Op vrijwel alle foto’s wordt ze vergezeld door een mooie, donkere man. ‘Mijn vriend,’ glundert ze. ‘Je kunt wel zien dat hij jonger is dan ik hè. Maar ja, ik ben ook al 71.’ Ze pauzeert een moment. ‘Ik heb ook een man gehad. Die is vier jaar geleden overleden. Hij was echt lief voor me, maar zo lief als deze…’ Weer ontsnapt haar een zucht. Dit keer monter gevolgd door: ‘De dokter zegt dat mijn bloedwaarden nog nooit zo goed zijn geweest.’
Dan betrekt haar gezicht. ‘Maar de lui hier hè.’ Even kijkt ze vluchtig om zich heen. ‘Ze menen dat het hem om mijn geld te doen is. Moet je je voorstellen: ik heb geen rooie! Ach, ze kletsen maar. Je wil niet weten wat ze zeggen.’ Ze heeft gelijk. Ik hoor het liever niet.
Deze column is gepubliceerd in Dagblad de Limburger op 3 november 2018.
Heel mooi Ank. Veelzeggende tekening Annemiek
Dank Henri 🙂